rajfotografie

TECHNIEK - Workflow

Wat is een workflow?

Veel foto's gemaakt? Wat nu? Hoe schep ik een beetje orde in die massa foto's?

De oplossing is het ontwerpen van een workflow voor jezelf, of anders gezegd, bepaal een logische werkvolgorde zodat je je foto's makkelijk kunt opslaan, bewerken en printen of digitaal publiceren. Je moet orde scheppen in die chaos! Moeilijk voor veel fotografen.

Een workflow is dus het stappenplan dat je voor jezelf opstelt en moet volgen om tot de beste resultaten te komen. Er bestaat géén unieke allesomvattende workflow die voor iedereen optimaal is.

Wèl zijn er vier belangrijke aspecten die voor jezelf in een goede workflow duidelijk moeten zijn:

  • bestandsformaat
  • opslag en backup
  • techniek van nabewerking of post processing
  • opleveren gereed product

bestandsformaat

RAW of Jpeg? Het grootste bestandsformaat is RAW. Alle data van de foto staan in het bestand en er gaat dus helemaal niets verloren. Essentieel voor verdere bewerking in de 'flow'. Bij Jpeg treedt er tijdens het maken van de foto al een reductie op van data die bovendien nog 'vast' worden opgeslagen in het fotobestand. Wil je later een Jpeg bewerken dan zal dat niet goed lukken. Sommige data zijn er niet meer. Kies daarom voor RAW als je camera dat toestaat.

opslag en backup

Eerste stap is het uitlezen van je geheugenkaart. Sla alle bestanden direct op verschillende plaatsen op. De regel is drie plaatsen:

  1. op je computer
  2. op een externe schijf of NAS
  3. en een kopie die je buiten je eigen huis bewaart en/of in de Cloud

unieke bestandsnaam

Bij het opslaan kun je nog nadenken over de naam van je bestanden. Bij sommige cameratypes kun je in de camera-instellingen naast de standaardnaam die je camera hanteert ook bij het maken van de foto's al een andere naam instellen. Heb je dat niet gedaan dan kun je bij het uitlezen van je geheugenkaart alsnog een andere naam aan je bestanden geven. Bijvoorbeeld de naam van het project waar je mee bezig bent. Zorg er wel voor dat de naam zowel duidelijk als uniek is. Bijvoorbeeld SVS17_volgnummer is als naam minder duidelijk dan StrandVakSpanje-2017_volgnummer.

De keuze is vrij maar wel belangrijk wanneer je later foto's wilt kunnen terugvinden in je verzameling.

backup bewerkte fotobestanden

Regelmatig een backup maken van je fotobestanden moet een vast deel zijn van je workflow. Het gaat dan vooral om de foto's die je bewerkt hebt en als 'gereed product' hebt opgeslagen. De originele fotobestanden zijn al op twee andere plaatsen opgeslagen, de bewerkte bestanden nog niet. Sla die bewerkte bestanden ook op volgens de 'drie plaatsen regel'. Fotobestanden die je niet bewerkt omdat ze niet goed zijn of ongeschikt voor verdere bewerking, kan je van je computer verwijderen om geheugenruimte te besparen.

synchronisatie

Omdat je volgens de 'drie plaatsen regel' werkt, kom voor de keuze te staan of je je bestanden wilt laten 'synchroniseren'. Het betekent dat je fotobestanden op alle drie de opslagplaatsen identiek zullen zijn. Wijzigingen worden door backup-software automatisch doorgevoerd zodat je drie fotoverzamelingen altijd identiek zijn. Dan kan handig zijn maar òòk voor ongewenste verrassingen zorgen.

Het is handig omdat je niet steeds hoeft na te denken over het updaten van je fotobestanden die niet op je computer zijn opgeslagen. Het kan ook vreselijk onhandig zijn omdat een verwijderd bestand ook helemaal weg is. Er is geen reservekopie meer beschikbaar. Niet meer synchroniseren door de verbinding tussen je computer en bijvoorbeeld je Cloudopslag te verbreken, voorkomt dat door synchronisatie bestanden verdwijnen. De Cloudopslag synchroniseert dan niet meer en is dan alleen externe opslag.

Nabewerking of post processing

Na de eerste stap, de opslag en het veiligstellen van twee extra kopieën van je fotobestanden, selecteer je de foto's die je wilt gebruiken voor het maken van een presentatie, fotoboek of opdracht.

selectie

Door selectie maak je een deelverzameling aan binnen de totale verzameling zodat je werkterrein overzichtelijk blijft. Selecteer de foto's door er een extra kenmerk aan toe te kennen. Dat kan door het toekennen van een trefwoord of een waardering voor de kwaliteit.

Binnen Lightroom kun je als waardering sterren of kleuren toekennen. Een combinatie is ook mogelijk zoals 3 sterren met de kleur rood. Iedere combinatie tussen 1 of 5 sterren en vijf verschillende kleuren is mogelijk.

Wat je met het voorgaande doet is het aanleggen van een 'bibliotheeksysteem' zodat je je foto's op een logische manier ordent. Later zoeken en terugvinden blijft dan makkelijk en mogelijk.

nabewerking

Vast onderdeel van je workflow is het controleren van de geselecteerde fotobestanden op minimaal de volgende onderdelen:

  1. compositie
  2. belichting
  3. kleuren
  4. scherpte en ruis

De compositie van een foto is belangrijk, het maakt of breekt een foto. Lees meer over compositieregels onder de menuoptie 'Compositie'.

Veel fotografen onderbelichten hun foto's bewust wanneer ze in RAW fotograferen. Dat doen ze om te voorkomen dat foto's overbelicht of 'uitgebeten' raken. Onderbelichting is bij een RAW-bestand geen probleem, dat stel je bij door in beeldbewerkingssoftware de belichting te verhogen. Overbelichting is veel lastiger, ook bij een RAW-bestand. Uitgebeten foto's zijn moeilijk te herstellen.

Het bijstellen van de belichting kan in de meeste beeldbewerkingssoftware zowel integraal als ook op onderdelen van de foto worden toegepast door gebruik te maken van maskers.

Vaak zijn de kleuren in een foto niet helemaal in toon. Dat wil zeggen dat er lichteffecten zijn geweest bij de opname die de kleuren zo hebben beïnvloed dat er storende kleurafwijkingen in de foto zijn opgetreden. Het kan bijvoorbeeld gaan om een kleurzweem door reflectie. Als fotograaf zie je dat niet direct bij het maken van de foto. De camera wel dus is het goed om daarop te controleren en een correctie toe te passen. De makkelijkste aanpassingen zijn het veranderen van de witbalans of het veranderen van de helderheid en/of de intensiteit van de kleuren.

Een scherpe foto is een goede foto. Niet altijd! Wil je wel maximale scherpte in je foto's dan moet je beginnen bij de opname. Lees meer over scherpte en onscherpte.

Ruis ontstaat bij het gebruiken van een hoge ISO-waarde. In beeldbewerkingssoftware kun je de ontstane ruis verminderen. Maar pas op! Door alle ruis weg te halen, verwijder je ook heel veel details in je foto. Probeer je die terug te brengen door de foto digitaal te verscherpen, dan komt ruis net zo hard weer terug.

Het kan dus wèl maar het is een tool die je met voorzichtigheid moet hanteren. Vuistregel is dat de instellingen voor ruis en scherpte samen 100 procent mogen zijn. Proberen is de beste leermeester. Vaak is een beetje ruis niet erg. Zeker niet wanneer je foto's als kleine afbeelding print of op internet gebruikt. Ruis zal nauwelijks zichtbaar zijn.

Product opleveren

Foto's die gecontroleerd zijn op compositie, belichting, kleur en scherpte zijn 'klaar'! Ze kunnen worden opgeslagen om afgeleverd te worden. RAW-bestanden die bewerkt zijn kunnen niet als RAW-bestand verder worden gebruikt in een presentatie of fotoboek/ print. Ze zullen in een ander wel bruikbaar bestandsformaat moeten worden opgeslagen.

bestandsformaten

De keuze in bestandsformaten die publiceren van de foto toestaan zijn onder andere Jpeg, Psd en Tiff. Meest gebruikt is de Jpeg omdat dit bestandstype heel veel gebruikt wordt door zijn beperkte bestandsomvang. Psd is het formaat van Adobe Photoshop dat wel bruikbaar is maar minder vaak in gebruik is tenzij er verdere bewerkingen nodig of gewenst zijn. Het Tiff-formaat is een heel groot bestandsformaat waardoor het minder populair is bij de 'gewone' fotograaf. Een Tiff is zelfs groter dan een RAW-bestand omdat het een 24bit-bestand is. Als amateur kan je met een Jpeg goed uit de voeten, professionals zullen eerder voor Psd en Tiff kiezen.

Samengevat

Hiervoor zijn in het kort de elementen van een workflow beschreven. Digitale fotografie leidt vaak tot veel foto's en daar moet je iets mee. Het is dan heel handig om een vaste werkwijze te gebruiken die ervoor zorgt dat er geen gegevens verloren gaan, dat er makkelijk gezocht kan worden in de verzameling en dat het eindproduct de beste kwaliteit heeft die je met de middelen die je hebt, bereikt wordt.